Help! De makamba’s komen er aan

“Zelden zo pissig geweest” - Aart G. Broek / foto © Nico van der Ven -

“Zelden zo pissig geweest” / foto © Nico van der Ven

In de decennia direct na mei 1969 waren Europese Nederlanders – als ze blank waren – niet bijzonder welkom op Curaçao. Dat heeft menig moederlandse politieman, leerkracht en adviseur ervaren. Het bleek een ‘voorrecht’ om op het eiland ondersteunende werkzaamheden te ‘mogen’ uitvoeren. Het kan verkeren. We zijn inmiddels zo’n dertig jaar verder en steun uit het moederland is in principe welkom – fondsen, expertise en kennis, bemiddeling, zélfs wanneer daar Europese Nederlanders bij horen. Wat onveranderd is gebleven, is de pijn die ontvangen van hulp met zich kan meebrengen. Zijn Europese Nederlanders – makamba’s – ‘respect’ bij te brengen voor de eilandskinderen, de yu’i tera?

door Aart G. Broek, in Antilliaans Dagblad, 10 augustus 2020.

Nederlanders discrimineren. Antillianen hebben lange tenen. Zelden zo pissig geweest als toen ik – nog woonachtig op Curaçao – werd gereduceerd tot mijn blanke huidkleur. Aan mijn pigment zou ik een onderzoeksopdracht op het eiland te danken hebben gehad. Het werd mij én het bestuur van de stichting die het onderzoek opzette en begeleidde meerdere malen voor de voeten geworpen. In de veronderstelling dat er wel degelijk yu’i tera, Antillianen, waren die het onderzoek zouden hebben kunnen uitvoeren (en beter zelfs), moest mijn huidkleur de doorslag hebben gegeven.
               Er was sprake van een sterk staaltje ‘etnisch profileren’, zoals wij nu zouden zeggen. Getuige een foto moet ik vuur hebben gespuugd toen ik bij een presentatie het resultaat van het onderzoek toonde en ik uithaalde naar de kritiek die mijn huidkleur meenam. Falta di rèspèt. Respectloze kritiek vernedert, beschaamt, pijnigt en ondermijnt zodoende het gemoed. Gebrek aan respect voedt angst, verdriet en bovenal woede.
                Wordt het Curaçaose samenleven gekenmerkt door discriminatie en racisme? Of zijn mijn ervaringen vooral tekenend voor het feit dat Europese Nederlanders zo snel op hun tenen zijn getrapt? Die Nederlanders hebben korte lontjes. Curaçaoënaars hebben een koloniale geschiedenis en deze voedt vanzelfsprekend hun wantrouwen naar de nazaten van de kolonisator, toch? De verschillen lijken onoverbrugbaar.

Ornelio 'Kees' Martina

Ornelio ‘Kees’ Martina (1930 – 1996)

GASTVRIJHEID / Die koloniale nazaten komen naar Curaçao en de andere Nederlands-Caribische landen. In de gedaante van de Caribische Hervormingsentiteit – of wat het dan ook zal worden – nemen zij de eilandelijke samenlevingen over. Vliegtuigladingen met botte politiek bestuurders, ambtenaren en adviseurs zullen landen. Hun gedrag en handelen zal zo fel contrasteren met de in wezen zo gastvrije eilandelijke cultuur. Voorbeelden te over.
               Nadat ik drie middagen en avonden oud-gezaghebber Ornelio ‘Kees’ Martina had geïnterviewd, verscheen de neerslag ervan in de weekendeditie van het dagblad de Beurs- en Nieuwsberichten (dat toen nog bestond). Ik zie Martina nog ons erf oplopen – die zaterdagmiddag dat het interview verscheen – met een enorme bos bloemen. Mij straal negerend op de veranda ging hij op weg naar mijn vrouw in de opening van de woning. Haar gaf hij de bloemen en hij bedankte haar voor de gelegenheid die zij mij had geboden om het werk te verrichten.
               Indrukwekkende beleefdheid – kortesia – exclusief eigen aan Curaçao? Wel nee, op Aruba kwam ik dezelfde hoffelijkheid tegen. Na twee dagen oud-premier Ernesto Petronia te hebben geïnterviewd kwam zijn vrouw naar mij toe met twee jurkjes voor mijn dochtertjes die deze dagen hun vader hadden moeten missen.
               Geloof me, ik kwam die beleefdheid ook in Bonaire tegen. Kom daar eens om in Nederland. Lubidá. Of zoals Judeska van FC Kip het zo treffend stelt: ònbeskòp.

Ernesto Petronia (1916 - 1992)

Ernesto Petronia (1916 – 1992)

MENSEN / Botte kaaskoppen te over. Die komen nu naar de eilanden. Onoverbrugbare verschillen in cultuur? We worden er aanhoudend mee om de oren geslagen. Afstand. Voor je het weet branden we ons aan elkaar. De geschiedenis van de afgelopen vijfenzestig jaar Statuut tekent het vergroten van het benadrukken van de cultuurverschillen en zodoende van afstand. Bemoei je er niet mee.
                Op elk van de eilanden wonen uitzonderlijk bijzondere mensen, zo lijken we te moeten constateren. Die kunnen niet met elkaar in ‘de Nederlandse Antillen’ wonen. Die constructie viel dan ook uiteen, waarna er nog meer uiteenviel. Het moederland moet elk der BES-eilanden en de CAS-landen vooral ‘op maat’ benaderen, zo wil het een na het andere rapport. Er is sprake van cultuurverschillen diep als een afgrond en nauwelijks te overbruggen.
                Maandag 3 augustus jl. deed Thomas Hellebrand een duit in het zakje in het Algemeen Dagblad: ‘Het is belangrijk dat men in Nederland weet dat “de eilanden” eigenlijk zes unieke eilanden zijn. Uniek, waardevol en vol potentie.’ En wat verderop in de beschouwing wordt maar weer eens geconcludeerd dat we Sint-Maarten en Curaçao absoluut niet ‘onder dezelfde noemer mogen gooien’.

Het hameren op verschillen helpt de Nederlands-Caribische (ei)landen niet het hoofd te bieden aan de plagen die hen – al decennia – teisteren. In heel het Koninkrijk, ongeacht het land of het eiland, wonen mensen met in principe allemaal dezelfde emoties. Tenzij op enigerlei wijze neurologisch of genetisch gemankeerd, heeft ieder mens een potentieel van zes primaire emoties: vrees, verbazing, vreugde, verdriet, woede en weerzin. Ja, Curaçaoënaars, Sabanen, Arubanen, Statianen, Sint-Maartenaren, Bonairianen, ja, ook Nederlanders achter de dijken hebben die zes primaire emoties.

OVEREENKOMSTEN / In ons gevoelshuishouden lijken wij, dwars door alle culturen en sociale groepen heen, veel meer op elkaar dan wij veronderstellen. Sociale processen zijn, dwars door alle culturen en sociale groepen heen, ook niet zo verschillend als wij verwachten maar tonen juist grote overeenkomsten. Dáár zullen we ons op moeten concentreren bij het ‘hervormen’ van het Koninkrijk.
                Het is niet zo’n opgave om de talrijke ‘menselijke universalia’ te onderkennen. Daartoe hoeven we niet naar een hoog abstractieniveau te klauteren of de complexiteit van het samenleven roekeloos te reduceren. Naast de primaire emoties behoren ook een veelvoud aan sociale emoties tot die universalia. Hiertoe rekenen we onder meer trots, jaloezie, afgunst, dank­baar­heid, bewondering, verontwaardiging én schaamte.
                Om over schaamte te spreken in termen van een ‘sociale’ emotie is al­les­­zins verde­digbaar. Hoe­zeer ook iedere persoon zelf een aandeel in het uitgesproken ellendige gevoel heeft, vernederende beschaming en het resul­taat schaamte zijn in ieder geval aangelegenheden die mensen elkaar aandoen: schaamte is sociale pijn.

Het moet geen moeite kosten te beseffen dat de tegenhanger hiervan ‘respect’ is. Waar schaamte bij ieder van ons gevoelens van kleineren en buitensluiten voedt, zorgt respect juist voor gevoelens van geborgenheid en acceptatie. Het mooie van menselijke universalia als gevoelens van ‘schaamte’ en ‘respect’ is dat ze bekend zijn aan beide zijden van het Koninkrijk. Ja, ook Europese Nederlanders haten schaamte en willen respect ervaren. Nee, Curaçao kent geen schaamtecultuur. Er wonen gewoon mensen die zich kunnen schamen en respect wensen te ervaren.

VOORBEREIDING / Met deze kennis als gegeven gooien we de gangbare cursussen overboord, die Nederlandse politiek bestuurders, ambtenaren en adviseurs voorbereiden op hun komst naar ‘de West’. Heel aardig om als uit te zenden ‘deskundige’ twee dozijn woorden Papiaments te kennen, te weten dat ze op de eilanden funchi, stobá en pan batí eten, te vernemen dat de Sefardim al honderden jaren op de eilanden wonen, je te verbazen over de hedendaagse consequenties van de slavernij, Boeli van Leeuwens ‘Geniale anarchie’ te lezen, om een betoog over Betico Croes’ inspanningen voor Aruba’s status aparte aan te horen, en wat dies meer. Heel aardig allemaal, maar praktisch zinloos om je aan te zetten tot respectvol handelen.
                De makamba’s komen. Help! Europese Nederlanders begin met de hand in eigen boezem te steken. Daar voel je dezelfde emoties als die eilandbewoners bewegen. Gegeven ieders empathische vermogen – ook een van de menselijke universalia – ligt het binnen de mogelijkheden om je voor te stellen wat het aan gevoelens met zich meebrengt om in je eigen werk- en leefomgeving een invasie te verwerken van zelfzekere, goed bedoelende, hoogopgeleide, directief handelende betweters. Ze nemen jouw toko over. Doorleef dat eens.
                Begin – makamba, luister je? – met je af te vragen wat vernederingen, kleinering, uitsluiting, gunstverlening, kortom schaamte met je doet. Doorleef de gevoelens. Dan weet je hoe respect invulling kan krijgen (waartoe je de tambú niet hoeft te leren dansen – lukt je toch niet). Dan wordt het mogelijk om respect te leren tonen. Schaamte en respect zijn doodgewone menselijke universalia. Zó, kaaskop, bereid je je deugdelijk voor en ben je welkom.


Gedetailleerder ga ik in op de reikwijdte van schaamte en de keerzijde respect in De terreur van schaamte; brandstof voor agressie (2015, herdruk), Dwarsliggers (2013) en Schaamrood; Aantekeningen over angst, agressie en ambitie (2017).

Dit is de zesde aflevering in een serie over sociaal-culturele en -emotionele aspecten van de huidige koninkrijksrelaties en van het alternatief om als gemeente in Nederland bij elkaar aan te schuiven; eerder verschenen ‘Eilanden als bedelende horigen van Nederland’, Antilliaans Dagblad, 17 april; ‘Stoutmoedig afrekenen met koloniaal verleden’, Antilliaans Dagblad, 8 mei; ‘Antilliaanse wraak zal zoet (kunnen) zijn’, Antilliaans Dagblad, 25 mei; ‘Eilandelijke eigenheid veiligstellen’, Antilliaans Dagblad, 12 juni; ‘De verovering van de eilanden’, Antilliaans Dagblad, 18 juli.

 

Dit bericht is geplaatst in Nederlands-Caribische eilanden: verleden & heden, Nieuws met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.