Percy Cohen Henriquez (1909 – 2000) [2]

P. C. Henriquez Bandabao 18 december 1951 - collectie J. Veldhuis - rsDimensies van een scherpzinnig landgenoot.

Collectie dr. ir. Percy Cohen Henriquez ondergebracht in S.A.L. ‘Mongui’ Maduro bibliotheek.

Percy was de zoon van de garnizoensarts Maurice de Mordechay Cohen Henriquez (geb. 1878) en Ida de Jacob Maduro Lopez (1888). Zij waren op 8 april 1908 op hun geboorte-eiland in het huwelijk getreden. Ruim een jaar later werd hun zoon Percy geboren, op 26 juni 1909. Tien jaar later vertrok het echtpaar met Percy en zijn jongere broer Vivian (1911) naar Nederland vanwege gezondheidsproblemen van vader Maurice. Ook de yaya Rosita Bienvenu (1864-1939) ging met de familie mee. Percy’s vader overleed in 1927 in het moederland, nog geen vijftig jaar oud.
Direct na het behalen van zijn ingenieurstitel, in 1933, deed Cohen Henriquez promotie-onderzoek. Reeds op 5 juni 1935 verdedigde hij – cum laude – zijn proefschrift aan de Polytechnische Hoogeschool te Delft. Cohen Henriquez mocht nog net op vijfentwintigjarige leeftijd de titel van doctor voor zijn naam zetten. Hij zou die zijn leven lang met gepaste trots gebruiken.

door  Aart G. Broek, verschenen in Antilliaans Dagblad (Willemstad, Curaçao), zaterdag 17 oktober 2015.

Fam. M. Cohen Henriquez - collectie J. Veldhuis - rsIn de jaren dertig leverde Cohen Henriquez – meestal in samenwerking met anderen, waaronder zijn promotoren – meer dan een dozijn bijdragen aan tijdschriften voor exacte wetenschap. Een primair wetenschappelijke carrière ambieerde Henriquez echter niet. Hij verkoos zijn kennis en vaardigheden aan te wenden op praktische en doelgerichte wijze. Na zijn promotie werkte hij ruim een dozijn jaren in Nederland, waaronder als octrooigemachtigde bij het voedingsmiddelen- en chemiebedrijf Noury en Van der Lande in Deventer.
Hij kwam ongeschonden door de oorlog, omdat hij niet als ‘Jood’ geregistreerd stond en zijn voorouderlijke lijn niet nagetrokken kon worden, omdat die gegevens zich in Curaçao bevonden. Hij liep echter wel een gevaar, omdat hij op een gegeven moment een schakel vormde in Sefardisch verzet tegen deportatie naar vernietigingskampen.

AKTIE PORTUGESIA / In het najaar van 1941 wisten in Nederland leden van enkele Sefardisch Joodse families voor de Duitse bezetter aannemelijk te maken, dat zij een christelijke afstamming kenden. Hoewel dragers van Joodse familienamen en ooit gevlucht uit het Iberische schiereiland, had de vervolging door de rooms-katholieke inquisitie er juist voor gezorgd dat de christelijke afstamming aan het zicht was onttrokken en van deze ‘christenen’ (weer) Joden had gemaakt. Er zou al generaties geen sprake meer zijn van een Joodse afkomst van welke orde dan ook. Gedetailleerde en ten dele vervalste stambomen overtuigden aanvankelijk. Dit voedde de gedachte onder Sefardische Joden, gesteund door enkele goed geschoolde juristen en wetenschappers, om een collectief bezwaarschrift op te stellen. De gedachte was dat zodoende in één keer de Sefardiem een statusverandering zouden bemachtigen, die hen tot niet-Joden zou bestempelen en zodoende behoeden voor deportatie. De opeenstapeling van intensieve inspanningen om zich te redden verkreeg de benaming ‘Aktie Portugesia’.
Percy C. Henriquez - collectie J. Veldhuis - rsIn de daarop volgende twee jaar werd een lange reeks rapporten, rekwesten, onderzoekingen, verklaringen en aanhankelijkheidsbetuigingen opgesteld, die de Duitse bezetters werd voorgelegd. Juist omdat de rassenleer van de Duitsers hiervan gebruik maakte, werden raciale argumenten aangevoerd om aannemelijk te maken dat de Sefardiem niet-Joods waren. Deze argumenten vormden onderdeel van gedetailleerd uitgewerkt gedachtegoed van historische, culturele, politieke, psychologische en zelfs taalkundige aard. De man die in een vroeg stadium werd benaderd om een deugdelijk opgebouwd betoog te schrijven, was Percy Cohen Henriquez. Hij schreef het rapport ‘De afkomst der dusgenaamde Portugeesche Joden’. Dit werd begin 1942 afgerond, verscheen anoniem, was Nederlandstalig en werd direct in het Duits vertaald.

AFKOMST / In het proefschrift De onontkoombare afkomst van Eli d’Oliveira  van dr. Jaap Cohen, dat in 2015 werd verdedigd, wordt minitieus verslag gedaan van het verloop van de Aktie Portugesia, waaronder van het werk van Cohen Henriquez. ‘(Hij) ging veel grondiger te werk dan zijn voorgangers, en hij verwees veelvuldig naar Portugese, Spaanse, Franse en Engelse literatuur, waarvan hij de oorspronkelijke teksten toevoegde in een bijlage. (…) Het historische exposé van Percy Cohen Henriquez zat goed in elkaar, al zouden veel passages in vergelijking met de huidige literatuur over nieuwchristenen op het Iberisch Schiereiland de toets der kritiek niet kunnen doorstaan. (…) Los daarvan had Cohen Henriquez een duidelijk doel met zijn stuk: de christelijke afkomst van de Portugezen benadrukken. Zo bagatelliseerde hij bepaalde zaken die hem met oog op zijn conclusies niet goed uitkwamen. ’
Cohen Henriquez’ rapport is een schakel in een groter geheel dat primair een indringende poging van Sefardiem was ‘om in een kansloze situatie de huid van henzelf en hun families te redden’. Begin 1944 werd onomwonden duidelijk gemaakt, dat de Sefardiem voor de Duitsers hoe dan ook Joden waren. De consequenties waren ernaar.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Aktie op bescheiden schaal gekritiseerd, omdat de Sefardische Joden zich meer of minder expliciet denigrerend hadden uitgelaten over de Asjkenazische Joden. De Aktie had de Asjkenasiem niet in groter gevaar gebracht dan waarin zij zich al bevonden. Bovenal werkte temperend op de kritiek het gegeven dat de Aktie mislukte. Uiteindelijk overleefden de meeste Sefardische Joden de oorlog niet, slechts enkelen hadden de aktie kunnen gebruiken om alsnog aan de Duitsers te ontsnappen. Tenslotte, de niet-Joodse hoofdrolspelers van de Aktie Portugesia werden geëerd met de Yad Vashem-onderscheiding van Israëlische zijde.

P.C. Henriquez in gesprek met Chris J.H. Engels en Lucila Boskaljon juni 1952 - collectie J. Veldhuis - rs

P.C. Henriquez in gesprek met Chris J.H. Engels en Lucila Boskaljon juni 1952

CURAÇAO / Cohen Henriquez vertrok in 1948 naar Curaçao. Hij zou zich met name inspannen om de toekomst van zijn eilanden aan te sturen. Mede door de oorlog won de dekolonisatie wereldwijd aan kracht. Ook de eilanden verlangden een grotere mate van zelfstandigheid. Henriquez had uitgesproken meningen over feitelijke en te beogen economische en sociale ontwikkelingen. Hij stak die niet onder stoelen of banken. Hij wilde gehoord worden. De voorgaande vijftien jaar had hij dat gedachtegoed op- en uitgebouwd.
Niet alleen betrad Cohen Henriquez het politieke veld, hij zou vooral zijn kennis aanwenden om onderzoek te verrichten en vakkundig te adviseren. De historicus Van Soest vatte de werkzaamheden van Cohen Henriquez over de jaren krachtig samen: ‘Hij verzamelde een grote hoeveelheid nuttige gegevens en schreef talrijke rapporten, maar zag weinig van zijn voorstellen uitgevoerd.’
In het algemeen bleek er – aan beide zijden van de oceaan – een gebrek aan motivatie om de ontwikkeling van de eilanden serieus te nemen. ‘Veel voorstellen werden niet eens onderzocht en op hun uitvoerbaarheid getest,’ zo constateerde Van Soest somber. Cohen Henriquez zou het beamen en in 1962 keerde hij terug naar Nederland, ongetwijfeld ‘a sadder and a wiser man’ Hij stapte het octrooiwezen weer binnen alsof hij het nooit had verlaten en werd voor de international Unilever een gewaardeerd deskundige terzake. Na zijn pensionering in 1971 bleef hij in het veld adviseren, onder meer voor Douwe Egberts en Van Hattum & Blankevoort.

VISIE / Met zijn vertrek in 1962 van Curaçao verdween de aandacht van Cohen Henriquez voor de eilanden niet. Integendeel, die betrokkenheid bleef zoals die er van jongs af aan al was geweest. Consequent zou hij op enkele specifieke aangelegenheden hameren, die al aanwijsbaar zijn onder meer in de stellingen bij zijn proefschrift.
Het ergerde hem mateloos, wanneer aan Nederlandse zijde in bestuurlijke, professionele en handelskringen niet alleen laatdunkend over de eilanden werd gesproken, maar ook met een absoluut gebrek aan kennis.  Die negatieve opstelling vanuit het moederland deed de eilanden en de bewoners geen recht. Die benadering benadrukte de beperkingen en verlamde een creatieve kijk op wat wél gerealiseerd kon worden. Hij dacht in deze niet alleen aan de Antilliaanse en Nederlandse overheid, maar vooral ook aan het bedrijfsleven.
Naast zijn optimisme en non-conformisme wordt Cohen Henriquez gekarakteriseerd door de overtuiging om ontwikkelingen op de (midden)lange termijn te ontwerpen. Hij verfoeide de primaire aandacht voor kortetermijnresultaten. Bij deze gedachten voegde zich nóg een grondbeginsel. Henriquez werd een uitgesproken verdediger van het holisme, dat uit de exacte wetenschappen voortkwam en vervolgens ook de sociale werkelijkheid meenam, d.w.z  de overtuiging dat  alles onlosmakelijk met elkaar verbonden is, als zodanig bestudeerd, becommentarieerd en in beleid meegenomen moet worden.
Het ontbrak Cohen Henriquez niet aan een visie. Vanuit zijn gedachtegoed haalde hij veelvuldig fel uit, zowel in kranten, tijdschriften en boeken, als in brieven en in publieke discussies. Over tal van onderwerpen wist hij goed gefundeerde tegenspraak te geven, zoals het natuurbeheer, ecologisch verantwoorde land- en tuinbouw, de monumentenzorg, ontwikkelingssamenwerking, koninkrijksrelaties en dekolonisatie.

W. Kroon - Mester a dere - openingspaginaPAPIAMENTS / Niet minder uitgesproken was zijn mening over de instructietaal op de Benedenwindse basisscholen. In de jaren zeventig en nadien verwierf het Papiaments langzaam maar zeker een ongekend hoge status, waardoor het zelfs een plaats in het onderwijs kreeg. Het was een bijzonder afkeurenswaardige ontwikkeling in de ogen van Cohen Henriquez, die het Papiaments vooral van zijn yaya Rosita Bienvenu had geleerd.
Zo gauw het Papiaments als instructietaal het onderwijs dreigde binnen te dringen, verzette hij zich er tegen. Steeds wierp hij zijn tegenstanders voor de voeten: ‘De kinderen worden opgesloten in een taalgetto. Ik neem aan ter voorbereiding op het echte getto!’ Cohen Henriquez bepleitte het zo jong mogelijk onderdompelen in een vreemde taal – het Nederlands en/of Engels – om de wereld van het onderwijs en die van arbeid te openen.
Was de achting van Cohen Henriquez voor het Papiaments zo gering? Stellig niet; reeds in 1935 had Henriquez een gunstig waarderende bijdrage geleverd aan de West-Indische Gids over spreekwoorden in de moedertaal van de Curaçaoënaars. Die bijdrage schreef hij samen met de hoogleraar dr. D.C. Hesseling. Deze internationaal vermaarde taalkundige deed onderzoek naar creoolse talen. Voor het Papiaments was Cohen Henriquez zijn informant die in Nederland woonde. Beide heren hebben elkaar ongetwijfeld de nodige keren ontmoet.
Kroon - Hesseling - vertaling - vel 1Hesseling vertaalde zelfs een Papiamentstalige roman van Willem Kroon naar het Nederlands, te weten ‘Mester a deré, promé el a drenta na casa’ (1926/7). Die vertaling werd nog niet gepubliceerd, maar is wél in manuscript bewaard gebleven. Het is aannemelijk dat Cohen Henriquez voor Hesseling een belangrijke informant is geweest voor zijn vertaling: ’t Was nodig hem te begraven voor hij in het huwelijk trad. Deze vroege Papiamentstalige ‘novela’ (roman) werd eerst als feuilleton gepubliceerd in de krant La Union. Bijna negentig jaar later zal de Nederlandse vertaling opgenomen worden in het Antilliaans Dagblad – geheel in lijn met het origineel – als feuilleton!

COLLECTIE / Cohen Henriquez roerde zich tot op hoge leeftijd. Een blik op de lange lijst van zijn publicaties onderstreept zijn vitaliteit. Eenmaal terug in Nederland bleef zijn hart uitgaan naar de eilanden. Hij keerde er regelmatig terug, onderhield zijn contacten, bleef lobbyen voor zijn gedachtegoed. Hoe tegendraads zijn opvattingen (toentertijd) ook geweest mogen zijn, Cohen Henriquez wilde gehoord worden en liet zijn stem horen.
In het jaar van zijn overlijden op 23 oktober 2000 werd de Stichting Percy Cohen Henriquez Fonds opgericht. Het mag niet verbazen dat de stichting het doel koestert om gelden beschikbaar te stellen voor monumentenzorg,  natuurbehoud en dierenwelzijn. Hiervan profiteerden tal van organisaties, waaronder op Curaçao de dierenbescherming, Carmabi en Monumentenzorg. De Stichting onderkent vanzelfsprekend het belang van dr.ir. Percy Cohen Henriquez voor de eilanden, met name zijn geboorte-eiland. Zij zorgt er dan ook voor dat zijn archivalia daar terechtkomen.
collectie dr ir  Percy Cohen Henriquez - 2015 - red. sizeDe S.A.L. ‘Mongui’ Maduro Library neemt de zorg voor Cohen Henriquez’ collectie op zich.  Het materiaal maakt invoelbaar wat een toegewijd werker hij was. Welk onderwerp hij ook oppakte, hij spande zich in om het tot in finesses te doorgronden. Dit is onder meer aanwijsbaar in enkele boeken die in de marge van vele bladzijden van zijn commentaar zijn voorzien. Evenzeer spande hij zich in om zijn mening deugdelijk te onderbouwen met een diversiteit aan argumenten.  De collectie maakt dit tastbaar door krantenknipsels, correspondentie en concepten van publicaties van zijn hand. Ook bevindt zich een Duitstalige versie van het rapport uit 1942 in de collectie.
Cohen Henriquez zocht uiteenlopende media om zijn gedachtegoed te verspreiden. Zijn gepubliceerde teksten gebruikte hij vervolgens weer als lobbymateriaal om gezaghebbenden te informeren.  Dit komt dit naar voren in correspondentie met redacties, krantenartikelen van en over hem, en door verzendlijstjes.

Kortom, de collectie van Cohen Henriquez maakt duidelijk hoe zeer zijn gedachtegoed en de publicaties bovenal mensenwerk zijn geweest. Die tekent hem niet alleen als een toegewijd werker, maar evenzeer als een scherpzinnig en manhaftig denker.

***

Met dank aan de Stichting Percy C. Henriquez Fonds, aan de heer drs. André Cohen Henriquez, mevrouw Irene E. Loggers en het echtpaar Jan en Betty Veldhuis.

Andre Cohen Henriquez

Andre Cohen Henriquez, achterneef van Percy Cohen Henriquez, tijdens zijn presentatie in de S.A.L. Mongui Maduro Bibliotheek op zondag 18 oktober 2015 bij de overdracht van de collectie.

 

Dit krantenartikel is ontleend aan de volgende tekst ter begeleiding van de collectie van Percy Cohen Henriquez die werd ondergebracht in de S.A.L. Mongui Maduro Bibliotheek: 

Download (PDF, 778KB)

Dit bericht is geplaatst in biografie- & archiefbezorging, Nederlands-Caribische eilanden: verleden & heden, Nieuws met de tags , , , , , , . Bookmark de permalink.