De literaire nalatenschap van mr. dr. Willem Cornelis Jacobus (Boeli) van Leeuwen (Curaçao, 1922 – 2007) werd in december 2013 ondergebracht bij het Letterkundig Museum in Den Haag. Hiertoe behoren versies van de drie romans die Van Leeuwen in de jaren zestig in Nederland publiceerde: De rots der struikeling (1960), Een vreemdeling op aarde (1962) en De eerste Adam (1966). In de opvolgende vijftien jaar vereisten zijn opgroeiende kinderen en zijn werk als Secretaris van het Eilandgebied Curaçao Van Leeuwens aandacht. Wél schreef hij nog enkele lange essays, die hij onderbracht in de weekendbijlage van het Antilliaanse dagblad Amigoe. Eenmaal ontdaan van de last van zijn baan, verraste Van Leeuwen zijn lezerspubliek met de romans Schilden van leem (1985) en Het teken van Jona (1988) en een bundel columns, Geniale anarchie (1990). Zijn esays werden gebundeld in De ruïne van een kathedraal (1996) en De taal van de aarde (1997).
Van Leeuwen koesterde de waardering die hem toeviel, werkte volop mee aan interviews en was altijd aanspreekbaar voor zijn lezers op het terras van het Avila Hotel in Willemstad, dat hij als zijn tweede thuis beschouwde. Zijn schrijverssucces was echter niet uitsluitend een genoegen, het wekte ook verwachtingen die zwaar op hem drukten. Toen hij de zeventig naderde voegde zich hierbij een zeker gevoel van ouderdom. ‘Ik balanceer op dit ogenblik tussen het respect voor mijn talent en de verachting voor mijn aftakeling,’ noteerde Van Leeuwen in een manuscript.
Het achterhoedegevecht ging hij aanvankelijk wel aan. Daarvan zijn enkele fragmenten
bewaard gebleven; bijgaande tekst is er een. Van Leeuwen werkte er in 1991 aan, hierin geduldig ondersteund door Mieke Hoetjes, ‘de dame die om 9 uur ’s ochtends fris gebaad en bepoederd achter de machine zit’ (zoals terug te vinden in dit fragment). De hoge verwachtingen en de aftakeling trachtte hij als het ware te bezweren door erover te schrijven. De nieuwe roman die hieruit voort had moeten komen, is echter onvoltooid gebleven. Het schrijven kwam in de loop van de jaren negentig tot stilstand.
Wij verzorgden de opname in De Gids, jrg. 177, nr. 6 (september 2014) van een gedeelte van een omvangrijker typoscript dat de titel ‘Aufforderung zum Tanz’ draagt en dat als zodanig weer een onderdeel vormt van een groter, fragmentarisch, geheel. Het fragment opent als volgt.
Meer lezen? Neem contact op!
Terwijl de schaduwen langer worden
Boeli van Leeuwen
Waar ik ook opduik, mij wordt gevraagd of ik ergens mee bezig ben. Tin algu den tapara? Wanneer verschijnt je volgende boek? Lieve God, zitten jullie nu echt achter de vervallen gevels van Willemstad en die zware dijken in het Noorden op een boek te wachten? Bedolven onder een lawine van kranten, tijdschriften, stripverhalen en keukenmeidenromans, overspoeld door het geblèr van de radio, vastgeklonken aan de beeldbuis, waarop fraaie dames en sprankelende heren infantiele vertoningen opdissen, zit u heus te spríngen om een boek?
Oud en vies, half opgegeten door de zon, maar zwierig, mind you, word ik genadeloos achtervolgd. Soms verlies ik mijn geduld: ‘Fuck you,’ zeg ik dan, ‘Ik heb in de afgelopen zeven jaar drie boeken geschreven. Jíj bent nu aan de beurt.’ Maar het is niet anders: de glijbaan naar de seniliteit wordt door mijn lieve lezers ijverig ingesmeerd met de stroop van het leedvermaak en wie weet tikt de heer Alzheimer hem binnenkort zachtkens op de schouder, de arrogante klootzak.
Lees hier het hele verhaal, inclusief de inleiding: