Sinds enkele maanden is de roman Wide Sargasso Sea van Jean Rhys weer in een Nederlandse vertaling beschikbaar. Jean Rhys werd in 1890 geboren op het eiland Dominica en groeide er op. ‘Ik kwam naar Engeland tussen mijn zestiende en zeventiende,’ schreef ze in een brief, ‘een zeer ontvankelijke leeftijd en Jane Eyre was een van de boeken die ik toen las. (…) Ik herinner mij dat ik behoorlijk geschokt was, en toen ik het opnieuw las, was ik geërgerd. Dat is maar één kant van het verhaal – de Britse kant van het verhaal, zo iets.’
De brief schreef ze in 1966, het jaar waarin Wide Sargasso Sea verscheen. Met die roman rekende Rhys in zekere zin af met de wereldwijd vermaarde roman Jane Eyre van Charlotte Brontë, die al in 1847 was verschenen.
door Aart G. Broek, in Antilliaans Dagblad, 14 mei 2021.
Wide Sargasso Sea van Rhys is het verhaal van een van de personages uit Charlotte Brontë’s Jane Eyre, te weten de waanzinnige Bertha Antoinette Mason. In Jane Eyre is Antoinette getrouwd met Edward Rochester. Hij tracht haar bestaan voor de wereld verborgen te houden door haar, onder bewaking van Grace Poole, op te sluiten in een kleine zolderkamer van Thornfield Hall, zijn grote landhuis in Engeland.
Jane Eyre wordt zich pas bewust van haar als Antoinettes broer dit geheim van Rochester bekend maakt vlak voor de inzegening van het huwelijk tussen Jane en Rochester. Jane verlaat Thornfield Hall om pas weer een relatie met Rochester aan te gaan wanneer haar ter ore komt dat Antoinette Thornfield Hall in brand heeft gestoken en zich van de kantelen van het brandende huis heeft gestort.
Uit West-Indië / Uit Jane Eyre komen we vrijwel niets te weten over de persoon van Antoinette, al helemaal niet vanuit haar perspectief. We weten dat zij uit West-Indië komt, de erfgename was van een aanzienlijk vermogen, en mentaal heftig gestoord. Deze blanke creoolse vrouw is het grote obstakel op de weg naar het geluk van Jane en Rochester. Jean Rhys heeft het levensverhaal van Antoinette beschreven, het proces van aftakeling – met name haar desastreuze verhouding met Rochester -, haar eenzame opsluiting in Thornfield Hall en haar uiteindelijke zelfdoding.
Uit haar brieven weten we dat Jean Rhys jaren vóór de publicatie van Wide Sargasso Sea jarenlang heeft geworsteld met het schrijven van Antoinette’s levensverhaal. ‘De Creoolse in Charlotte Brontë’s roman is een ledenpop – verachtelijk, wat niet ernstig is, en ze komt niet een keer tot leven, wat wel kwalijk is. Ze is noodzakelijk voor de intrige, maar altijd krijst ze, ze jankt, lacht weerzinwekkend, valt alles en iedereen aan – off stage. Voor mij (…) moet ze juist midden op het toneel staan. Ze moet op z’n minst aannemelijk zijn, met een verleden, de reden waarom mr. Rochester haar zo afschuwelijk behandelt en dit gerechtvaardigd vinden, de reden waarom hij denkt dat zij gek is en natuurlijk waarom zij gek wordt, zelfs de reden waarom ze probeert om alles in de brand te steken en daar uiteindelijk in slaagt.’ (brief van 9 april 1958)
In Wide Sargasso Sea krijgen we beide kanten te lezen, zowel de Engelse: vanuit Rochester, als de West-Indische: vanuit Antoinette. Zij is niet langer off stage, maar zij is het middelpunt geworden, een vrouw mét een verleden.Wide Sargasso Sea bestaat uit drie delen. Het eerste – waarin Antoinette aan het woord is – eindigt met de afwijzing van Antoinette door haar eigen West-Indische samenleving. Het tweede – waarin Rochester aan het woord is – eindigt met de afwijzing van Antoinette door Rochester, en het korte, derde – waarin Antoinette opnieuw aan het woord is – tekent het logische gevolg van deze vernederende afwijzingen: mentaal gestoord, permanente gevoelens van eenzaamheid én een verlangen dat zich nog slechts op één absolute wijze laat realiseren.
Caraïbische geschiedenis / Het boek laat zich lezen als een buitengewoon boeiend en aangrijpend relaas over een vrouw die de staat van krankzinnigheid wordt ingedreven. De aanzet hiertoe wordt gegeven door de vijandige omgeving waarin ze opgroeit. De man die haar vervolgens de helpende hand lijkt toe te steken, smoort iedere hoop op een menswaardig bestaan, waarna de geestelijke weerstand voorgoed is gebroken. Als zodanig zijn de roman en de schrijfster in Europa, de Verenigde Staten, in de Caraïben en elders in de wereld geroemd, gelauwerd en beloond.
Wide Sargasso Sea is echter vooral een roman over de historische Caraïbische werkelijkheid, in het bijzonder die van de blanke creoolse plantage-eigenaren en hun gezinnen. Na de afschaffing van de slavernij raken de eens zo rijke plantages op vele eilanden in verval en de blanke creoolse eigenaren komen daarmee in een isolement: verlaten door het koloniale moederland en verafschuwd door de vroegere slavenbevolking.
In het eerste deel van Rhys’ roman wordt ons door de ogen van Antoinette de spanning getekend die bestaat tussen de vroegere slavenbevolking en haar creoolse familie : zijzelf, haar moeder, haar stiefvader en haar geestelijk gehandicapte broertje. De onmogelijkheid daadwerkelijk aansluiting te vinden bij en geaccepteerd te worden door de lokale zwarte bevolking drijft Antoinette in een isolement, een eigen wereldje en uiteindelijk in de armen van een passerende Engelsman van goede komaf. Vlijmscherp tekent zich vervolgens de confrontatie tussen twee absoluut verschillende belevingswerelden af, die van een creoolse met een verleden in de Caraïbische wereld en die van de blanke Engelsman.
De confrontatie tussen ‘vrouw’ en ‘man’ speelt in feite een secundaire rol. Hoewel afgewezen door haar eiland, gaat Antoinettes hart uit naar deze plek. Dit eiland wordt echter in geen enkel opzicht begrepen door de Engelsman die Rochester is en in alle opzichten door hem gehaat. Waar begrip, betrokkenheid en warme gevoelens van Antoinette naar uitgaan, daarvoor weet Rochester slechts afkeer, onbegrip en haatgevoelens op te brengen: geuren, geluiden, de smaak van Caraïbisch eten, kleuren en vormen in de natuur, het (zon)licht, het creools van de vroegere huishulp Christine, het gedrag van bedienden, de schakeringen in donkere huidskleur, de wijze van kleden, de bewegingen en gebaren. Er bestaat slechts een grote, gapende kloof tussen beiden, een venijnige haat waarvan Antoinette het slachtoffer wordt.
Bevrijding / Eenmaal opgesloten in Thornfield Hall is er nog slechts het vuur dat bij haar een tastbare band doet voelen met haar geboorte-eiland: het vuurgeel-rood-oranje geeft de warmte en de kleur van de zon en van de bloesem van de flamboyant. Het vuur in de haard moet voor Antoinettes gevoel en overtuiging haar geheel omgeven en diep van binnen verwarmen. Wat in Jane Eyre een daad van waanzin is, is in Wide Sargasso Sea een logisch gevolg, de uiterste consequentie, de redding, een bevrijding.
Op symbolische wijze wordt de band tussen de blanke creoolse en haar eiland bevestigd, wordt de sprong naar haar eiland gemaakt, naar de plaats waar ze geborgenheid meent te vinden. Vlak voor het in brand steken van Thornfield Hall droomt Antoinette over die sprong terug naar haar eiland, terug naar Tia, haar vroegere, donker gekleurde vriendinnetje: ‘Maar toen ik over de rand naar beneden keek, zag ik Tia bij de zwemplek zitten. Ze wenkte me en toen ik weifelde lachte ze me uit. Ik hoorde haar zeggen: ‘Ben je bang?’ (…) En de hemel zag zo rood en iemand gilde en ik dacht nog: waarom heb ik gegild? Ik riep: ‘Tia’, sprong en werd wakker.’ (vertaling W.A. Dorsman-Vos)
De onlosmakelijke band van de blanke creolen met hun eiland, de enorme afstand tussen hen en hun Engelse voorvaderen, de ongewenste afwijzing van de blanke creolen door de afstammelingen van vroegere slaven, vormen de motieven van een thema dat een beduidend andere kant van de Caribische werkelijkheid laat zien dan de meeste teksten die er de afgelopen honderd jaar uit voortkwamen. Deze thematiek is ook terug te vinden bij andere auteurs uit de regio, waaronder de ons vertrouwde Cola Debrot, Tip Marugg en Boeli van Leeuwen. Hun werk laat je niet onberoerd en zo worden we evenzeer omvergekegeld door dit meesterwerk van Rhys.
De roman is weer beschikbaar in het Nederlands onder de titel De wijde Sargassozee, aantrekkelijk verzorgd door uitgeverij Orlando in Amsterdam. De uitgave kreeg een voorwoord van Jan Brokken mee, dat zonder meer uitnodigt tot lezen van de roman. Het is ontleend aan het boek Het eiland van Jean Rhys van Brokken, waarover deze beschouwing [doorklikken]. Rhys’ roman verscheen in 1966 voor het eerst bij uitgeverij André Deutsch in Londen, en is tot op de dag van vandaag in meerdere edities verkrijgbaar. Rhys overleed in 1979. Voor de literair-culturele Caraïbische context van het boek, zie Aart G. Broek, Het zilt van de passaten (Haarlem, 2000).