Toen op 10 mei 1940 ook voor het Koninkrijk der Nederlanden daadwerkelijk de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werden op Aruba maar vooral op Curaçao tientallen mensen met een ‘foute’ achtergrond opgepakt. De toenmalige gouverneur G.J.J. Wouters schreef met enige tevredenheid aan de Nederlandse minister van Koloniën in Londen dat de ‘Politie in den nacht van 9 op 10 mei binnen 3 uur in het gebiedsdeel […] in totaal 202 personen arresteerde.’
door Aart G. Broek in Nieuw Letterkundig Magazijn, jrg. 35 nr. 1 (mei 2017), pp. 2-7.
Onder de arrestanten waren mensen die al lang en breed een plaats in de eilandelijke samenleving hadden veroverd, zoals de fotograaf Fred Fischer en de arts dr. J. Benesch, maar beiden geboren in het door Duitsland geannexeerde Oostenrijk, en pater Paul Brenneker, van wie werd aangenomen dat hij in Berlijn was geboren. Duitse en Oostenrijkse joden die op het eiland vertoefden, werden die nacht eveneens van hun bed gelicht. Zo ook de Curaçaoënaar Medardo de Marchena, zij het niet vanwege zijn land van herkomst maar een ‘staatsgevaarlijk’ gedachtegoed.