In verklaringen voor radicalisering van moslims wordt steevast verwezen naar ernstige vernedering die van buiten hun sociaal-religieuze groepen komen. Vooral de Westerse samenlevingen moeten het ontgelden. Kortzichtig.
door Aart G. Broek, column op website Opiniestukken, geplaatst 7 februari 2015, en een bewerkte versie in Nederlands Dagblad, 13 februari 2015 (hieronder in pdf); nog uitgebreider de column op de website The Post Online, 19 februari 2015 geplaatst, en op de website Scientias, geplaatst 3 april 2015.
We weten waarom mensen tot agressie, geweld en radicalisering vervallen. Dé brandstof is schaamte, d.w.z. feitelijke ervaringen met en diepgewortelde angst voor ingrijpende vormen van sociaal-emotionele vernedering, afwijzing en uitsluiting. Inderdaad, de beschamende rol van Westerse samenlevingen behoeft onze kritische aandacht.
Die aandacht verwaarloost echter de uitwerking van schaamte die wordt opgelopen door de eigen moslimgroepen. Die beschaming zorgt evenzeer voor pijnlijke ervaringen en vormt niet minder brandstof voor agressie, geweld en brute radicalisering. In de eigen groep zou geborgenheid moeten domineren. De eigen groep moet een veilige uitvalsbasis voor de opgroeiende en volwassen mens zijn om mee te draaien in de samenleving in haar geheel. De eigen moslimgroep kan deze geborgenheid lang niet altijd voor ieder verzekeren.
Lees de column verder op Opiniestukken of op The Post Online