Het comfort van digitale collecties

aart-g-broek-symposium-03-12-2016-foto-monique-shaw

Aart G. Broek / foto © Monique Shaw

Op zaterdag 3 december 2016 werd een symposium gehouden in het kader van de digitalisering van Nederlandse Caribische Collecties tot 1954’. Het project werd uitgevoerd door de Universitaire Bibliotheken Leiden en de bibliotheek van de University of Curaçao. Het project heeft meer dan een half miljoen scans opgeleverd van materiaal dat betrekking heeft op de eilanden.
Dr. Aart G. Broek was een van de sprekers op het symposium; hierbij zijn tekst, die eveneens verschijnt in het Antilliaans Dagblad, donderdag 8 december 2016, en op de website Caraïbisch Uitzicht.

GEVANGEN IN EEN VIRTUEEL VIJFSTERRENHOTEL

Onderzoekers zijn niet op voorhand te vertrouwen. Als geen ander zijn zij geïnteresseerd in de archieven die zij bestuderen. Als geen ander kennen zij de waarde ervan. Er verdwijnen dan ook nogal wat stukken uit archieven. Eerst een anekdote.
Ongeveer dertig jaar geleden werden in de Curaçaose parochiekerk van Steenrijk gebonden jaargangen van de rooms-katholieke weekkrant La Union gevonden. Het betrof onder meer de jaargangen uit de jaren twintig en dertig van het Papiamentstalige periodiek dat vanaf 1922 verscheen. De kranten waren flink aangevreten door kakkerlakken, komehèn (houtworm, witte mier) en klimaat. Hierdoor was het meer dan eens nauwelijks mogelijk om pagina’s om te slaan zonder dat die scheurden of zelfs verpulverden.

maritza-eustatia-collectie-familie-coomans-eustatia

Maritza Coomans-Eustatia, foto uit familie-archief Marlene Coomans

TEST / Hoe het ook zij, door de vondst kon een aantal van de jaargangen uiteindelijk goeddeels gered worden. Hierbij was de bibliotheek van de Universiteit van – toen nog – de Nederlandse Antillen (UNA) betrokken.
De UNA-bibliothecaris, Maritza Eustatia, spande zich in om uit de parochies collecties aan kranten en andere publicaties te redden. Zij bracht – als tijdelijke noodoplossing – de kwetsbare maar aangetaste vondsten in eerste instantie onder op de zolder van het oude Sint-Thomascollege in Otrobanda. Ten behoeve van mijn promotie-onderzoek kreeg ik toegang tot de zolder met vele unieke publicaties. Die toegang kreeg ik ná een test. Hiervan had ik geen weet en de bibliothecaris vertelde mij ervan jaren nadien.

sint-thomascollege

Sint-Thomascollege, Otrobranda, Willemstad, Curaçao

Was ik te vertrouwen? Alvorens mij de sleutel van de zolderverdieping te geven wees Maritza mij op een bescheiden en mooie collectie handschriften van de Curaçaose auteur en musicus Joseph Sickman Corsen (1855-1911), die de bibliotheek recentelijk had verworven. Of ik die niet eens rustig thuis wilde bekijken? Na – zo vertelde zij mij later – nauwkeurig ieder vel in de collectie te hebben geteld en gekopieerd, kreeg ik het doosje mee. Een week later bracht ik de archivalia terug. Kort daarop belde Maritza en liet mij weten dat ik de sleutel voor de zolder van het Sint-Thomascollege kon ophalen. Geslaagd voor de test, zo begrijpt u.
Met digitalisering verdwijnt voor de onderzoeker het genoegen om oud materiaal in handen te kunnen houden, verdwijnt de angst dat een pagina onder je handen verpulvert, en verdwijnt de mogelijkheid om eventueel een bladzijde of vel mee te nemen, in eigen collectie onder te brengen of thuis aan de muur te hangen. Voor de bibliothecaris vermindert de kopzorg om op ieder stukje papier te moeten letten.

willem-e-kroon-curacao-1886-1949-r-s

Willem E. Kroon, Curaçao, 1886-1949

FENOMEEN / La Union wacht overigens nog op digitalisering.  Als we ons realiseren van welk belang de jaargangen zijn, schuiven we La Union alsnog zo snel mogelijk onder de scan. De La Union-jaargangen van voor de Tweede Wereldoorlog zijn in ieder geval van belang, omdat in de bladzijden het Papiamentstalige verhalend proza tot ontwikkeling kwam. Het betreft een bijzonder fenomeen. Lang niet elke creoolse taal kent een geschreven literatuur, het Papiaments wél. Het ontstaan ervan is dus zelfs nog gedocumenteerd.
De rooms-katholieke missie verzette zich tegen de modernisering en bijkomende secularisering van die samenleving door de komst van industriële grootmachten. De missie verzette zich onder meer door literaire propaganda, d.w.z. door romans met een uitgesproken moraal en in het Papiaments. Die werden geschreven door gelovige moedertaalsprekers van het Papiaments – zoals Willem Kroon (1886-1949), Manuel Fraay (1897-1966) en Josef S. Sint Jago (1905 ? -1937) – en in afleveringen in La Union gepubliceerd. Moge La Union spoedig worden meegenomen in een opvolgend digitaliseringsproject.

UITGAVE / Wanneer de krant toentertijd gedigitaliseerd zou zijn geweest, dan had mij dat maanden werk gescheeld. De zegeningen van de digitalisering zijn tastbaar genoeg. Digitalisering leidt de onderzoeker een vijfsterrenhotel binnen: wat een gemakken.
Ik maak het verleden dramatischer dan het was. Enkele van de tendensromans die in afleveringen in La Union verschenen, werden vrij spoedig na verschijnen in de weekkrant nogmaals gepubliceerd als boekuitgave. Hiertoe behoort onder meer de novelle Mester a deré prome ku el a drenta na kasa (Hij moest begraven worden alvorens in het huwelijk te kunnen treden) van Kroon. Die werd, samen met nog een novelle, in 1927 uitgegeven in eigen beheer en met steun van het rooms-katholieke bedrijfsleven. De oplage lijkt niet bijzonder hoog te zijn geweest of er zijn veel exemplaren verloren gegaan. Hoe het ook zij, er zijn maar weinig exemplaren van bewaard gebleven in het Koninkrijk der Nederlanden. Een ervan ligt in de Universiteitsbibliotheek op Curaçao. Dat las ik toentertijd voor mijn onderzoek.

willem-kroon-dos-novela-omslag-editie-bibliotheek-universiteit-leiden-foto-a-g-broek-rsVERTALING / Een ander exemplaar ligt in Nederland! In de bibliotheek van de Leidse Universiteit. Het exemplaar werd – waarschijnlijk door de auteur zelf – naar mr. Bastiaan de Gaay Fortman gestuurd. Die was van 1912 – 1915 rechter op de Antillen geweest en bij terugkeer in Nederland bleef hij het eilandelijk wel en wee volgen. Hij werd hierin gesteund door mensen op het eiland.
Wat een zegen dat ook in Nederland een exemplaar van Kroons novelle aanwezig is. Zegenrijk, zo bleek toen de taalkundige dr. Jan Noordegraaf in de nalatenschap van de creolist D.C. Hesseling (1859-1941) het manuscript van een vertaling van Kroons novelle ‘Mester a deré’ ontdekte. Ook deze nalatenschap wordt bewaard in de Leidse universiteitsbibliotheek.
Hesseling had zich – begin jaren dertig – aan de vertaling gezet om aan te tonen dat het Papiaments niet een of ander minderwaardig brabbeltaaltje was, maar een volwaardige taal, waarin zelfs literatuur kon worden geschreven.
Na op enkele tekortkomingen in de novelle te hebben gewezen, steekt Hesseling de loftrompet over Kroons verdiensten. ‘(D)e heer Kroon (heeft) veel gevoel voor het komiese en (hij) weet (dat) uit te buiten op een zeer oorspronkelike, door plotseling overgang tot het ernstige soms bevreemdende wijze; hij laat, geestig en plasties, ons het leven zien van de z.g. middenstand te Curaçao en vertelt van hun folk-lore, hun zeden en gebruiken.’

prof-dr-d-c-hesseling-1927-r-sFEUILLETON / De vertaling was een opmerkelijk vroege inspanning waaraan Noordegraaf en ik dan ook aandacht wilden besteden. Hesselings vertaling vereiste nog wel de nodige redactie. Dat realiseerde Hesseling zich ongetwijfeld ook en tot een uitgave was het dan ook nog niet gekomen. Die redactie kon ik alsnog verzorgen, de tekst brak ik op in 22 afleveringen en werd – zoals het Papiamentse origineel – opgenomen in een krant, i.c. het Antilliaans Dagblad, tweewekelijks verscheen het feuilleton tussen 2 februari en 19 april van dit jaar [2016].
Ten behoeve van het onderzoek fotografeerde ik de Papiamentstalige novelle bladzijde voor bladzijde – 64 in totaal – en de vertaling vel voor vel – 148 in totaal. Digitalisering ontneemt je  dat genoegen om de bladzijden als het ware een voor een te proeven. Kroons twee novellen zijn namelijk meegenomen in het koninklijk digitaliseringsgeschenk. Je houdt het boek niet meer in handen; nooit meer. In principe voldoet de opdracht ‘print’. Eenmaal gedigitaliseerd is een uitgave zelfs voor meerdere personen tegelijk toegankelijk.  Aan het wachten op een uitgave – bijvoorbeeld omdat die is uitgeleend – komt sowieso een einde.
Kroons novela is dus gedigitaliseerd beschikbaar. Nu het manuscript van Hesselings unieke vertaling nog. Dat bleef namelijk buiten het digitaliseringsproject.

kroon-hesseling-vertaling-vel-1-rsGEMIS / Bij het verlaten van een hotel liggen er altijd formulieren voor je gereed om een waaier aan verblijfszaken te waarderen (zoals ontvangst, comfort, sanitair) én om een of meerdere suggesties tot verbeteringen te doen. Ik zou dit niet willen introduceren voor de bibliotheken en archieven, maar één formulier – al dan niet digitaal – kan ik mij wél voorstellen.
Hoe gezegend wij ons ook mogen weten met dit digitaliseringsproject, het voedt tevens het verlangen naar meer. Ik zoom in op één ‘willekeurige’ tekst die werd gedigitaliseerd – Kroons novelle – en dát roept al archiefmateriaal op, dat onze aandacht verlangt. Het een en ander komt in zicht omdat we jarenlang speurden en nog steeds grasduinen in archivalia die níet gedigitaliseerd zijn.
Het betreft meer in het bijzonder archieven met een zeker belang voor de eilandelijke mentaliteitsgeschiedenis, waartoe de ‘letteren’ feitelijk behoren.
Met name de Papiamentstalige archivalia vereisen digitale zorg. En passant kwamen de krant La Union en manuscripten van Corsen en Hesseling voorbij ter illustratie van het gemis en zodoende de vraag. Er kwam nog veel meer archiefmateriaal uit de parochies en La Union was niet het enige periodiek in het Papiaments.

foto-medardo-de-marchena-bonaire

Medardo de Marchena – foto uit familie-archief I.A. Abraham, Bonaire

VERLANGLIJSTJE / Gegeven de forse omvang van archieven, de onbestendige staat en waarde van stukken en de beperkte financiële middelen, zullen doelgericht vervolgstappen in de digitalisering gezet moeten worden.
Om niet lukraak te werk te gaan, kan natuurlijk gelobbyd worden om meer financiële middelen voor onderzoek. Er kan echter ook gebruik gemaakt worden van onderzoekers en andere archiefsnuffelaars, van bestaand en lopend onderzoek. Daartoe komt het bedoelde formulier vast van pas. Behalve La Union en de manuscripten van Corsen en Hesseling, zet ik graag nog wat andere vondsten in dat formulier; voorbeelden in overvloed.
De vroegste verhalen van de belangrijkste Papiamentstalige auteur, Pierre A. Lauffer, zijn in het Nederlands geschreven en verschenen in het Militair- en Politietijdschrift voor Curaçao, in de laatste nummers van 1944. De nummers zijn te vinden in het Marechausseemuseum in Buren. Alsjeblieft digitaliseren.
Medardo de Marchena, Papiamentstalig pamflettist, werd de mond gesnoerd door hem te interneren in het kamp op Bonaire gedurende WOII. Intrigerende correspondentie over en met deze man bevindt zich in het zgn. Geheim archief van wat heette Dienst Informatievoorziening (DIV) op Curaçao. Alsjeblieft digitaliseren.

elis-juliana-banderitas-collectie-aart-g-broek-rs

Banderita’s van Elis Juliana: korte scherpe teksten in het Papiaments, die op vlaggetjes werden geplakt.

Tenslotte, alle begrip voor bibliotheken en archieven om archivalia uit privécollecties te verkrijgen en duurzaam te beheren. Digitalisering maakt het echter ook mogelijk om materiaal toegankelijk te maken, dat in privébezit is en blijft. Zou ik de archiefstukken kunnen behouden, dan wil ik nog wel het een en ander voor digitalisering aanbieden, dat zich in mijn eigen verzameling bevindt. Typo- en manuscripten, drukwerk van Elis Juliana, Cola Debrot, Boeli van Leeuwen, Tip Marugg, Chris Engels.

Iets van mijn verleden aan onderzoek en vriendschappelijke contacten sta ik niet af, wil ik door enkele documenten gewoon kunnen vasthouden – eventueel tot ze verpulveren. Ik ben wel te vertrouwen, maar er zit een grens aan mijn betrokkenheid.

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in biografie- & archiefbezorging, Nieuws met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Eén reactie op Het comfort van digitale collecties

  1. Pingback: Symposium Digitale Collectie Cariben van Universiteit Leiden | Klasse!

Reacties zijn gesloten.