Benoem Zwarte Piet voor het leven

Aankomst Sinterklaas / www.klasse-oplossingen.nlIn plaats van ontslag moet Zwarte Piet een benoeming voor het leven krijgen. Juist omdat Nederland een multiculturele samenleving is en wij niet de weg naar Noord-Korea willen inslaan.

Een noodkreet van zo’n honderd schrijvers, acteurs en programmamakers in een open brief aan NTR: ‘maak Sinterklaas weer speciaal voor iedereen!’ (NRC, 29 mei 2016) De etnische diversiteit in Nederland verdraagt Zwarte Piet niet, want deze speler zou een stereotypische afbeelding van donkere mensen zijn. Zwaai die knecht uit, roept het creatieve gezelschap. De mediale elite ondersteunt een scala aan (Afro-)Nederlandse activisten. Hoogtijd voor een weerwoord.

door Aart G. Broek, een uitgebreide versie van deze beschouwing is te vinden in Schaamrood (Haarlem, 2017).

HET TABLEAU / Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan. Spanje mag ooit vele jaren onze gewelddadige bezetter zijn geweest, wij piekeren er niet over de stoomboot uit een ander land te laten vertrekken. Evenzo exclusief is het vervoermiddel: hij komt niet per vliegtuig, trein of auto. Nog uitzonderlijker is de man zelf. Wij verwachten geen dominee, imam of rabbi, maar een bisschop als Sinterklaas. Ook al weten wij hoe tiranniek de rooms-katholieke inquisitie is geweest en lieten wij ons informeren over kindermisbruik, wij zwaaien naar de bisschop.
Ondanks de decennialange emancipatiestrijd is het uitgesloten dat de goedheilig man een goedheilig vrouw is. Vrouwen zijn sowieso hopeloos ondervertegenwoordigd in het sinterklaasgebeuren en zo hoort het ook. Evenmin zal de bisschop op een ander paard dan een schimmel gezeten zijn, en zeker niet op een ezel, kameel of olifant. Ook al hebben we nog nooit een paard op het dak gezien, wij vertellen onze kinderen dat de schimmel dat kan, zelfs met de Sint op zijn rug. Zijn knecht is Zwarte Piet, geen Chinese lijfeigene, Hindoestaanse landarbeider, islamitische eunuch, Limburgse mijnwerker of Drentse veensteker. Die knecht draagt het kostuum van een lakei, is ongehuwd, strooit met snoepgoed, en heeft een zak met cadeaus.

TONEEL / Waar die Zwarte Piet oorspronkelijk mogelijk vandaan komt, interesseert ons eigenlijk maar matig. Het zou ooit een slaaf kunnen zijn geweest, die door een islamitische slavenopkoper van een Afrikaanse slavenhandelaar werd gekocht en na een erbarmelijke tocht door wouden en woestijnen bij de bisschop van Myra terechtkwam (al dan niet als cadeau van parochianen). We weten het niet.
Hoe het ook zij, het sinterklaasfeest is in de eerste plaats grotesk en interactief (straat)toneel.
We maken ons bij het sinterklaasfeest ook nauwelijks druk over zaken als vrouwenemancipatie, duurzaamheid, tandzorg en gezondheid, geschiedenis, waarheid en verdichting, dierenleed, seksuele moraal, religieuze kinnesinne en wat dies meer zij.
Over discriminatie op grond van huidskleur zouden wij ons, zo begrijp ik van de spraakmakende tv-elite en allerhande activisten, echter wél en heel nadrukkelijk druk moeten maken. Wij zouden Zwarte Piet moeten uitzwaaien: weg met die man uit het Sinterklaasfeest. Niet te handhaven. Dat begrijp ik niet. Hij lijkt mij een aanstelling voor het leven waard. Juist om onze diversiteit te bewaren.

AGB - Sinterklaas - mid90ies - Curacao

Sinterklaas’ bezoek op een speelschooltje in Curaçao, midden ’90

ONHOUDBAAR / Bizar genoeg gaat het debat over Zwarte Piet uit van een onhoudbaar doel: ‘maak Sinterklaas weer speciaal voor iedereen!’ Het sinterklaasfeest is helemaal geen feest speciaal voor iedereen en zal dat ook nooit kunnen zijn. Onze multiculturele samenleving staat bol van (al dan niet religieus gevoede) festiviteiten, manifestaties en uitingen van zeer uiteenlopende aard.
Het is ondoenlijk van iedereen in Nederland te verlangen dat hij/zij zich zonder meer kan vinden in elk ervan. Er is geen festiviteit of manifestatie of er is wel meer of minder gegronde kritiek op te leveren. Vrijwel altijd is er sprake van een vorm van discriminatie, vanwege levensovertuiging, politieke gezindheid, godsdienst, ras, geslacht en wat al niet meer.

DREADLOCKS / Een willekeurig voorbeeld: wordt het geen hoog tijd een gevecht aan te gaan tegen het dragen van dreadlocks? Het laten groeien van het kroezige haar tot woeste manen vormt namelijk hét symbool van dictatoriale macht, uitbuiting en racisme.
Voor de religieuze beweging van het rastafarianisme, ontstaan in Jamaica, is het dragen van dreadlocks een symbolische toenadering tot hun god. Die god wordt algemeen Jah genoemd en betreft Haile Selassie, ofwel Ras Tafari, de Overwinnende Leeuw van de stam van Juda (en nog een reeks van eretitels). In de haardracht van dreadlocks imiteert de rastafariër de manen van de leeuw en verbindt zich zodoende met de geest van de leeuw van Juda. Daarenboven onderstrepen de ‘manen’ de dominante rol die de man in deze beweging speelt: vrouwen zijn er om kinderen te baren, te koken en om te (be)dienen.
Het rastafarianisme heeft naast deze ‘zwarte god’ nog als basisprincipes dat blanken inferieur zijn aan zwarten en dat het zwarte ras voorbestemd is over de wereld te heersen. Bob Marley heeft die ondergang op luchtige reggaeritmes en onder het genot van ganja (hasj) bezongen.

ganja - foto Aart G. Broek - www.klasse-oplossingen.nl

Ganja

De aanblik van dreadlocks is een gruwel voor mij en eenieder die zich ook maar enigszins realiseert welk een potentaat Haile Selassie (1892-1975) is geweest en wat het rastafarianisme voorstaat. Mijn racisme, witte privileges en getroebleerde bewustzijn worden gekritiseerd door mensen waarvan meerdere de dreadlocks op hun eigen hoofd cultiveren. Moet ik dreadlocks tolereren, terwijl die het symbool zijn van dictatoriale onderdrukking, seksisme en racisme? Ik dacht het niet.

VERDRAAGZAAMHEID / Het lijkt gerechtvaardigd om te zeggen: haal eerst de balk eens uit je eigen oog, voor je je bemoeit met de splinter in het mijne (zie voor deze uitdrukking de Bijbel, waarop ook de rastafariërs zich beroepen, meer in het bijzonder the King James Version). Nee, daartoe roep ik de dreadlocks niet in beeld. Het gaat mij om de reikwijdte van verdraagzaamheid.
Wanneer tolerantie iets betekent, dan is het het verdragen van uitingen die je om enigerlei reden tegen de borst stuiten. Dit is geen pleidooi voor grenzeloos je ‘eigen ding’ doen. De Nederlandse (grond)wet is en blijft leidend. Desalniettemin moeten we ons realiseren dat alle sociale en etnische groepen in onze samenleving zich inlaten met aangelegenheden die ‘de ander’ nauwelijks door de strot krijgt (in figuurlijke en soms zelfs letterlijke zin).

Eenieder mag wel wat meer water bij de wijn doen. Anders is het ondoenlijk om met elkaar in Nederland te wonen en stevenen wij af op Noord-Koreaanse gelijkheid, eenstemmigheid en harmonie.

SLIKKEN OF STIKKEN / Er is ongetwijfeld door iedereen een lange lijst samen te stellen van aanstootgevend handelen van de ander. Naast Zwarte Piet valt te denken aan: karnaval, ramadan en het Suikerfeest, vossenjacht, jongensbesnijdenis, Amsterdam Gay Pride, hidjab, koningsdag, borstvoeding in het openbaar, spotprenten, kerstmis, Poerim (Lotenfeest), Moederdag, lesbisch moederschap, solex, monogamie, kindsoldaten, prostitutie, schotelantennes, Chinees Nieuwjaar, halalvlees, paaseitjes, dierentuinen, Koerden, Divali, bijzonder onderwijs, tambú, kermis, naaktstranden, zwempakdag in wellnesscentra, homohuwelijk, bloemencorso, enzovoorts, enzovoorts.

Kortom, iedereen in élke groep zal toch wat meer moeten slikken dan hij/zij ideaal en prettig vindt. Eenieder zal zich moeten inspannen ‘weerzinwekkende’ aangelegenheden van de ander – zoals een Zwarte Piet of dreadlocks – te accepteren. De volgende stap: eerst maar eens het discriminatoire karakter van het eigen handelen nadrukkelijker onder de loep nemen en zich inspannen dát in gunstige zin bij te stellen. Steek de hand eens wat vaker in eigen boezem. Dan wordt het doenlijk om met elkaar in deze samenleving te (over)leven.

Noot: Voor de hier uitgewerkte gedachtegang heb ik mij mede laten inspireren door het essay ‘Two Concepts of Liberty’ van Isaiah Berlin; verkrijgbaar in vertaling als boekuitgave, verzorgd door Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2015.
Over rastafarianisme (en andere Caribische sociaal-culturele fenomenen) kun je terecht in: Aart G. Broek, Het zilt van de passaten; Caribische literatuur in de twintigste eeuw  (Haarlem: In de Knipscheer, 2000); voor een exemplaar neem contact met ons op via deze pagina.

Foto’s op deze pagina © Klasse! / Aart G. Broek

Dit bericht is geplaatst in Agressiebeheer & veiligheid, Nieuws met de tags , , , . Bookmark de permalink.